Kinderboeken

Spelen met prentenboeken

Prentenboeken spreken tot de verbeelding. Dat blijkt wel uit het succes van het verzamelwerk Spelen met prentenboeken (uit 1997). Peuters en kleuters (maar ook ouders en leerkrachten) spelen met hun favoriete Lemniscaat-prentenboeken, aan de hand van activiteiten uit het boek. Anke van Boxmeer en Els van Dijck, twee ervaren leerkrachten die lesprojecten maken voor Kleuteruniversiteit, vonden het hoog tijd voor een nieuwe editie en gingen aan de slag met tweeëntwintig prentenboeken. Zij bedachten vrolijke, leerzame en grappige activiteiten rond 22 geliefde prentenboeken en karakters.
Gaaf voor op school
Gaaf voor Kinderen heeft zelf door het fijne boekwerk gebladerd, maar het leek ons dit keer leuk om Spelen met prentenboeken door een leerkracht van groep 1-2 te laten testen. Enthousiast ging de meester van groep 1-2 aan de slag en liet meteen weten: “Wat een heerlijk boek! Ik ben gek op prentenboeken en dan is een verzamelwerk met leuke suggesties omtrent de boeken helemaal leuk. Er staan zowel klassiekers als recentere prentenboeken in. Ik vind het fijn dat er op deze manier nog meer uit prentenboeken wordt gehaald. Voorlezen is als super belangrijk voor de taalontwikkeling. Als je op aan de hand van opdrachten en activiteiten om kunt gaan met de verhalen in de prentenboeken dan geef je de taalontwikkeling een nog grotere 'boost'.

Inspirerend boek

Spelen met prentenboeken is erg gericht op situaties waar kinderen in een groep zijn en waarbij materiaal aanwezig is. Ideaal voor op school, maar het boek is voor ouders ook eenvoudig ‘om te zetten’ naar een thuissituatie. Er kan met thema’s worden gewerkt en telkens wordt er een korte samenvatting van het boek gegeven en daarna beschrijven ze kort en bondig wat je zou kunnen doen. Ik verwacht dat een doorgewinterde leerkracht al op deze manier omgaat met prentenboeken. Dit boek inspireert mij – al werkte ik wel al vaker met een aantal genoemde activiteiten - en geeft suggesties waar je zelf mogelijk nog niet aan gedacht hebt.” Dat is duidelijk, de leerkracht loopt warm voor het boek! Hij stelt zelfs voor om een soort kinderfeestje te vieren; een Gruffalofeest!


Aan de slag
Groep 1-2 gaat aan de slag met een activiteit uit het boek ‘Raad eens hoeveel ik van je hou’. “Ha, lacht Hazeltje. Ik hou van jou zo hoog als ik kan springen! Hop Hop en Hop.” Activiteit: Springen. “We gaan naar de gymzaal. Hazeltje en Grote Haas kunnen geweldig springen. De gymzaal is het land van Hazeltje en Grote Haas. Er staat een circuit van springactiviteiten. Er is een groepje dat zijwaarts over de bank springt. Een groepje springt als hazen van stapsteen tot stapsteen. Met een touw tussen twee pionnen springen de kinderen hoog. Tussen twee kleine matjes zijn de kinderen aan het ver springen. Van de hoge kast zijn de kinderen aan het diepspringen. De leerlingen wisselen om de 7 minuten. Het krioelt van de hazen. Regelmatig hoor ik ze roepen: ‘kijk eens hoe hoog, kijk eens hoe ver?’ Ze proberen steeds verder te springen. Hun eigen record te verbeteren. Hier en daar hoor ik ‘Hop hop en Hop’. Met rode hoofden beëindigen we de gymles. We gaan liggen op de groene matjes, net als Hazeltje in zijn bedje van varen gaat liggen. We worden weer lekker rustig met een rustig muziekje op de achtergrond.”
Spelen met prentenboeken is een groot succes en zal zeker vaker uit de boekenkast – thuis en op school - worden getrokken!